'Is het jullie eerste kindje?' Vroeg de echoscopiste vriendelijk. Ik wierp een blik op haar eveneens bollende buik en grinnikte wat ongemakkelijk. 'We hebben geen relatie.' Antwoordde ik. Even keek de echoscopiste mij verwarrend aan. 'Ik ben een bewust alleenstaande moeder.' Legde ik uit. 'Maar zij is wel een beetje een tweede moeder hoor.' Voegde ik er aan toe. Ik zag Mirjam kijken, die blik van 'Ik voel me ongemakkelijk'. 'Oh, wat leuk, ik kom ze wel eens vaker tegen hoor, de bewust alleenstaande moeders.' Lachte de echoscopiste. En Mirjam en ik lachten mee. Nu lachten we er om, vroeger, op de middelbare school werden we allebei furieus als we voor 'potten' werden uitgemaakt. Mirjam en ik hadden al heel snel een bijzondere en hechte vriendschap, anders dan anderen. We wisten allebei als dertienjarig pubertje al wel dat onze vriendschap zou blijven en waren behoorlijk aan mekaar gehecht. Dat vonden onze klasgenoten maar raar, dus werden we als 'potten' bestempeld. Toen was dat echt niet leuk, maar na de 20-wekenecho moest ik er smakelijk om lachen.
En toen brak dát moment aan dat ik op de tafel moest klimmen, mijn buik moest ontbloten, de navelpiercing moest verwijderen en er gel op mijn buik werd gespoten. En terwijl de dame de kleine man van top tot teen bekeek, uitleg gaf, metingen deed en beelden vastlegde, wist ik ineens héél zeker dat ik wel degelijk mijn kind al enige tijd voelde bewegen. Ik zag de kleine man een ferme trap met zijn voet geven tegen mijn buik en dat kon ik voelen. Lyrisch was ik! En Mirjam ook, die had zoiets nog niet eerder meegemaakt en geloofde haar ogen niet toen ze met haar eigen ogen zag dat er een volledig, miniatuurmensje in mijn buik zat.
Nou ja, miniatuur.... Mijn buik werd naderhand schoongeveegd, we gingen zitten en de echoscopiste stond toch weer op. 'Ik wil toch nog één meting doen voor de zekerheid', zei ze. 'Want ik twijfel of de omtrek van het hoofdje wel klopt.' Prima, ik klom weer op de bank, ontblote mijn buik en staarde weer naar het scherm waarop die kleine man weer verscheen. Hoofdje werd opgemeten, buik werd schoongeveegd en we konden weer zitten. 'Oké, zijn hoofdje is vrij groot, bovengemiddeld. Hij is trouwens in zijn geheel wat aan de grote kant.' Vertelde de echoscopiste. Ik keek de echoscopiste aan alsof dat 'gewoon' nieuws was, want mijn familie bestaat niet bepaald uit dwergen. 'Op zich niet zorgelijk hoor, maar ik wil dat je toch voor de zekerheid nog een extra echo krijgt, een GUO.' 'Oké.' Antwoordde ik nuchter. 'In het UMCG.' Voegde de dame eraan toe. 'Waarom daar helemaal?' Wilde ik weten. Het kwam er op neer dat ze daar wat meer gespecialiseerd zijn. Prima! We namen afscheid, de dame wenste mij veel succes met het verdere verloop van de zwangerschap en ik wenste haar datzelfde toe. Ja, gewaagd eigenlijk, niet zeker weten of iemand zwanger is, maar iemand wel een fijne zwangerschap toewensen. Ik durfde dat, aangezien de vriendelijke dame ook (en logisch) mij en Mirjam aan zag voor een koppeltje. Ze bedankte me met een glimlach en Mirjam en ik vertrokken.
Een week later in het UMCG mijn zesde echo gekregen, de GUO. En meneer was wel bovengemiddeld bevonden, maar verder leek het allemaal wel in orde te zijn in zijn koppie. Dat bovengemiddelde, ach ja, beter te groot dan te klein. Maar ik was toen pas halverwege de zwangerschap, er kan nog zoveel veranderen! Nu was meneer bij de acht en de dertien-weken-echo al ouder dan de datum waarop hij was gemaakt. 'Het is van een donor hè? Het kan dus absoluut niet op een andere dag 'gemaakt' zijn?' Vroeg één van de vele dames die ik zo onderhand heb gezien, aan me. Ik weet niet meer wie dat vroeg. Ik heb inmiddels welgeteld vier verloskundigen, twee gynaecologen en twee echoscopisten gezien. Dat mijn verloskundige die ik laatst sprak het fijn vond om mij na zo'n tijd weer te zien vond ik wel aardig om te horen. Maar ik wist eerlijk gezegd niet meer bij welke bezoek ik haar ook alweer had gezien (mijn praktijk telt twee verloskundigen en een waarneemster). Ik heb daar geen moeite mee hoor, komende tijd krijg ik nog genoeg bezoeken aan zowel de verloskundige als de gynaecoloog, dat ik vast wel een, hoe zeg je dat, soort band van vertrouwen opbouwt met degene die mij gaat helpen bij het ter wereld brengen van diekleine grote man.
En toen brak dát moment aan dat ik op de tafel moest klimmen, mijn buik moest ontbloten, de navelpiercing moest verwijderen en er gel op mijn buik werd gespoten. En terwijl de dame de kleine man van top tot teen bekeek, uitleg gaf, metingen deed en beelden vastlegde, wist ik ineens héél zeker dat ik wel degelijk mijn kind al enige tijd voelde bewegen. Ik zag de kleine man een ferme trap met zijn voet geven tegen mijn buik en dat kon ik voelen. Lyrisch was ik! En Mirjam ook, die had zoiets nog niet eerder meegemaakt en geloofde haar ogen niet toen ze met haar eigen ogen zag dat er een volledig, miniatuurmensje in mijn buik zat.
Nou ja, miniatuur.... Mijn buik werd naderhand schoongeveegd, we gingen zitten en de echoscopiste stond toch weer op. 'Ik wil toch nog één meting doen voor de zekerheid', zei ze. 'Want ik twijfel of de omtrek van het hoofdje wel klopt.' Prima, ik klom weer op de bank, ontblote mijn buik en staarde weer naar het scherm waarop die kleine man weer verscheen. Hoofdje werd opgemeten, buik werd schoongeveegd en we konden weer zitten. 'Oké, zijn hoofdje is vrij groot, bovengemiddeld. Hij is trouwens in zijn geheel wat aan de grote kant.' Vertelde de echoscopiste. Ik keek de echoscopiste aan alsof dat 'gewoon' nieuws was, want mijn familie bestaat niet bepaald uit dwergen. 'Op zich niet zorgelijk hoor, maar ik wil dat je toch voor de zekerheid nog een extra echo krijgt, een GUO.' 'Oké.' Antwoordde ik nuchter. 'In het UMCG.' Voegde de dame eraan toe. 'Waarom daar helemaal?' Wilde ik weten. Het kwam er op neer dat ze daar wat meer gespecialiseerd zijn. Prima! We namen afscheid, de dame wenste mij veel succes met het verdere verloop van de zwangerschap en ik wenste haar datzelfde toe. Ja, gewaagd eigenlijk, niet zeker weten of iemand zwanger is, maar iemand wel een fijne zwangerschap toewensen. Ik durfde dat, aangezien de vriendelijke dame ook (en logisch) mij en Mirjam aan zag voor een koppeltje. Ze bedankte me met een glimlach en Mirjam en ik vertrokken.
De 20-weken-echo.
Een week later in het UMCG mijn zesde echo gekregen, de GUO. En meneer was wel bovengemiddeld bevonden, maar verder leek het allemaal wel in orde te zijn in zijn koppie. Dat bovengemiddelde, ach ja, beter te groot dan te klein. Maar ik was toen pas halverwege de zwangerschap, er kan nog zoveel veranderen! Nu was meneer bij de acht en de dertien-weken-echo al ouder dan de datum waarop hij was gemaakt. 'Het is van een donor hè? Het kan dus absoluut niet op een andere dag 'gemaakt' zijn?' Vroeg één van de vele dames die ik zo onderhand heb gezien, aan me. Ik weet niet meer wie dat vroeg. Ik heb inmiddels welgeteld vier verloskundigen, twee gynaecologen en twee echoscopisten gezien. Dat mijn verloskundige die ik laatst sprak het fijn vond om mij na zo'n tijd weer te zien vond ik wel aardig om te horen. Maar ik wist eerlijk gezegd niet meer bij welke bezoek ik haar ook alweer had gezien (mijn praktijk telt twee verloskundigen en een waarneemster). Ik heb daar geen moeite mee hoor, komende tijd krijg ik nog genoeg bezoeken aan zowel de verloskundige als de gynaecoloog, dat ik vast wel een, hoe zeg je dat, soort band van vertrouwen opbouwt met degene die mij gaat helpen bij het ter wereld brengen van die
De GUO. Zoals u misschien kan zien, vindt meneer zijn handjes erg smakelijk.
En ach, omdat het zo'n knap kind is, nog een foto van de kleine reus.